FORGOT YOUR DETAILS?

WORSTELEN

Worstelen is een zeer geliefde sport sinds de oude Olympische Spelen in Griekenland. Het Grieks-Romeins worstelen staat dan ook sinds 1896 op het Olympisch programma. Het vrij worstelen werd in 1904 toegevoegd. Worstelen is één van de oudst bekende tweekampen tussen mannen, zonder wapens. Het principe van de sport is eenvoudig. De worstelaar moet proberen zijn tegenstander zodanig tegen de grond te krijgen dat beide schouders tegelijk de grond raken. Het worstelen is in beide disciplines verdeeld in gewichtsklassen. Bij de worstelwedstrijden is er een wedstrijdleiding die bestaat uit een matrechter, scheidsrechter, drie puntentellers en drie juryleden. Naarmate de wedstrijd vordert zullen de deelnemers punten krijgen voor bijvoorbeeld goede grepen, aanvallen en worpen. De wedstrijd wordt gewonnen als de tegenstander langer dan vijf seconden met beide schouders tegen de mat wordt gedrukt of als een deelnemer een voorsprong heeft van 12 punten. Als er zes minuten geworsteld is, en er is geen winnaar, wordt de worstelaar met de meeste punten uitgeroepen tot winnaar. De worstelaars worden verdeeld in twee poules. Als een deelnemer twee keer verloren heeft is hij uitgeschakeld. De winnaars in de poules strijden om de eerste en tweede plaats. De nummers twee strijden om het brons.

Bij het Grieks-Romeins worstelen mag men alleen grepen doen van het hoofd tot de heupen. Het is dus niet toegestaan om aan te vallen op benen en voeten. Bij het vrij worstelen zijn er geen beperkingen op het gebied van aanvalszones. Men mag grepen doen van het hoofd tot de benen en voeten.

Olympisch Spelen

Worstelen is geen populaire sport in Nederland, en het is dan ook weinig verrassend dat er in deze sport nooit een Nederlandse medaillewinnaar was op de Spelen. Wel waren er 35 Nederlanders die als worstelaar deelnamen.

Worstelen staat al sinds 1896 op het Olympisch programma, en ontbrak alleen in 1900 op de agenda. Het gros van de Nederlandse worstelaars op de Spelen nam nog voor de Tweede Wereldoorlog deel. Daarna was slechts een handvol Nederlanders in actie te bewonderen op de mat. De eerste ploeg kwam in actie bij de Spelen van 1908 in Londen, waar maar liefst negen Nederlanders om de prijzen streden. De beste prestatie was een vijfde plaats van Zaandammer Jacob van Westrop en Amsterdammer Jaap Belmer.

Ook uit de oudheid zijn geen Nederlandse medaillewinnaars bij het worstelen bekend.

Die eindklassering zou nadien nog maar door één Nederlander gehaald worden, Johannes Munnikes in 1948. De beste worstelprestaties zijn evenwel geleverd door Jan Sint, die drie keer meedeed. In 1920 haalde hij de finale van de licht-zwaargewichtklasse van het Grieks-Romeins worstelen. Daarin verloor hij van de Zweed Claes Johansson. Destijds volgde er na de finale nog een strijd om de tweede plaats, en daarin werd Sint al meteen uitgeschakeld, zodat hij buiten de medailles viel. Acht jaar eerder was hij in het middengewicht ook al ver gekomen, maar werd in de zesde ronde uitgeschakeld. 

De laatste worstelaar die Nederland vertegenwoordigde op de Spelen was Gia Torchinava van De Halter. De geboren Georgiër zag zichzelf als kanshebber op een medaille in de klasse tot 97 kilo (vrije stijl), maar werd al in de eerste ronde uitgeschakeld en eindigde als achtste.

Voor 2008 waren een aantal worstelaars in de race voor een ticket, maar het om zeer lastig om Beijing te halen. Bij de mannen lijkt Fred de Vos van De Halter (Grieks-Romeins -84 kg) de voornaamste kanshebber, bij de vrouwen is dat Masira Admiraal (-72 kg). Voor de langere termijn is er wellicht hoop op meer: Jessica Blaszka werd in 2007 Europees kampioene bij de meisjes tot 17 jaar, de eerste Nederlandse worsteltitel sinds Frans Jansen in 1978 wereldkampioen bij de junioren werd.

Olympisch Worstelen

Worstelen is een sport waarvoor je goed van "lijf en leden" moet zijn. Zij die denken dat het hier uitsluitend gaat om "domme kracht" zijn aan het verkeerde adres. Reactievermogen, snelheid, evenwichtszin, lenigheid, tactiek en een puike conditie zijn even belangrijk! De regels tijdens de wedstrijden zijn streng: op geen enkele wijze is het toegestaan om elkaar pijn te doen en/of letsel toe te brengen. Maar het is en blijft een contactsport en dus geen sport voor "watjes". Er wordt geworsteld in de Vrije Stijl en Grieks-Romeinse stijl. Deze onderdelen staan voor senioren op het programma van de Olympische Spelen en daarmee wordt ze gerekend tot de categorie Topsport. Was de beoefening van de worstelsport vroeger een echte mannen-aangelegenheid, tegenwoordig neemt het aantal vrouwelijke beoefenaren hand over hand toe.

  • Worstelen is gezond.
  • Worstelen is goed voor lichaam en geest.
  • Worstelen is goed tegen overgewicht.
  • Worstelen verbetert de grove en de fijne motoriek.
  • Worstelen vergroot het zelfvertrouwen en de discipline.
  • Worstelen brengt uw kind in contact met andere kinderen.
  • Worstelen voorkomt verveling en rondhangen op straat.
  • Worstelen verbetert de concentratie en de schoolprestaties.
  • Worstelen voorkomt schooluitval.
  • Worstelen vermindert criminaliteit.
  • Worstelen geeft hoop.
TOP